Kakak

Den Haag, 25 mei 2020

Lieve Wes,

Dat je een stem hebt, wisten we natuurlijk al lang. Je bent ook niet bang om ‘m te gebruiken. Je hebt flink volume, als je ergens ontevreden over bent, of als je mij wilt laten schrikken. Ja, dat doe je ook. Dan zit je naast me, en begin je opeens te schreeuwen. Als ik dan bijna omval van de schrik, lach je me gewoon uit.

Maar de laatste tijd gebruik je je stem ook om dingen te benoemen. Je wijst dan ergens naar, en je zegt wat. “Mama” en “papa” kan je al een tijdje zeggen, en dat komt er redelijk vlot uit. Heel soms zeg je “Wes” en ik heb je één keer “Isa” horen zeggen. Maar je favoriete woordje is op dit moment “kak”.

Je bedoelt er een hond mee. We denken dat het komt doordat we bij je opa en oma in Waalre zijn geweest. Daar woont natuurlijk ook hun hondje, Puk. En we denken dat je van Puk, kak hebt gemaakt. En elk hondje is nu Puk, dus kak.

Wij wisten eerst niet zo goed wat we ervan moesten denken, maar nu vinden we het allemaal wel grappig als jij “kak” begint te roepen als je buiten een hond ziet lopen. Jij bent hier natuurlijk heel serieus over. Je ziet hond, je roept hond. (In ieder geval, dat denk je.)

Heel benieuwd naar je volgende woordjes!

Ik hou van je!
Papa

Leave a Reply