Hebberig

IJsselstein, 7 maart 2022

Lieve Wes,

Vorige keer schreef ik al dat je een grote mond hebt. Vandaag schrijf ik dat je hebberig bent. Nu wil ik je niet het idee geven dat er niks goeds is. Ik vind je het allerleukste ventje van de wereld en hou heel veel van je. Maar daar hoort ook bij dat we dit soort dingen tegen elkaar kunnen zeggen, denk ik.
En voordat je roept dat ik je opvoed en dat het allemaal mijn schuld is, daar heb je een goed punt, maar het is niet alleen maar afhankelijk van ons. Er zit ook iets in met hoe goed jij wil luisteren. Maar daar hebben het wel een andere keer over.

Waarom ik je nu hebberig noem heeft twee redenen. De eerste is dat als jij vindt dat iets van jou is, het dan ook van jou is. Als iemand anders er dan mee bezig is, ga je klagen en stennis schoppen totdat jij het weer hebt. Hier trappen we natuurlijk niet altijd in. Maar in die situaties hebben we een heel verdrietig (en manipulatief) mannetje die aan het huilen is totdat hij z’n zin krijgt, of todat hij afgeleid wordt.

De tweede reden is dat elke keer als iemand met een tas binnenkomt, je vraagt wat erin zit. In de tas zit dan sportspullen, of boodschappen. Maar jij vindt dat er snoep voor jou in moet zitten, of een cadeau. (Hier geef ik je moeder de schuld van trouwens.) Zit er niks voor jou in, dan zitten we in dezelfde situatie als ik hierboven al beschreef. Een teleurgestelde jongeman, die niet begrijpt waarom we niet genoeg van hem houden om altijd snoep en cadeaus voor hem mee te nemen, en niet bang is om een keel op te zetten om z’n argument kracht bij te zetten.

Je komt niks tekort, jongen.

Ik hou van je!
Papa

Leave a Reply