Fietsen

IJsselstein, 4 oktober 2023

Lieve Wes,

Afgelopen week was niet de leukste week voor je. Na m’n vorige schrijfsel is het wel iets beter geworden, maar niet veel. Zaterdag ben je geloof ik redelijk zonder nieuwe schrammen doorgekomen, maar zondag ben je weer een keer gevallen. En weer op je knieën. Daar zitten nu flinke korsten op.

We moesten zondag naar de winkel om wat te kopen voor lunch, en een stokbrood voor bij het avondeten. Jij wilde graag op je loopfiets. Prima. Dat ding is inmiddels veel te klein voor je, maar als je dat leuk vindt, ga ervoor.

Dus jij racet ervandoor op de loopfiets. Op het parkeerplaatsje verderop maak je een bocht, en val je weer op je knieën. Huilen. Bloed. Dus we gaan terug naar huis. Ik dump het loopfietsje, maak je wond schoon, en jij krijgt een nieuwe pleister. Maar ik was er wel klaar mee. Het is voor mij tenslotte ook niet leuk om jou de hele tijd te zien vallen.

Dus na het boodschappen doen, besloot ik dat het nu echt tijd was dat je leerde fietsen. We pakten je fiets erbij. Jij stapt op – het was wel allemaal nog een beetje spannend. Ik hou je bij je schouder vast, en we gaan samen een paar keer op en neer over de stoep. Je leunde heel erg naar rechts, waardoor ik je eigenlijk niet wilde loslaten, omdat ik dacht dat je zou vallen. En dat wilden we allebei niet! Maar doordat ik je vasthield en naar links trok, ging jij nog meer naar rechts leunen. Dus ik besloot dat je toch zelf moest voelen hoe evenwicht werkt.

Ik liet je even los, en je fietste zo een paar meter verder. Wel lekker slingeren, en je stond weer snel stil. Gelukkig kon je met je benen makkelijk bij de grond. Dat deden we nog een paar keer, en voordat we het wisten, fietste je hele rondjes rond de speeltuin. In je eentje. Terwijl ik achter je aan jogde.

En je vond het fantastisch. Je wilde maar blijven fietsen. Het was ook lekker weer, dus je kon ook lekker buiten spelen. Soms moest je van mij naar binnen, om even uit de zon te zijn en wat te drinken. Maar je wilde dan al snel weer naar buiten om te fietsen. Ik denk dat je wel zes keer naar buiten bent gegaan en je fiets hebt gepakt.

Mama was het weekend weg, en dat vond je wel jammer, want je wilde zo graag aan mama laten zien dat je nu kon fietsen! Toen mama maandag terugkwam, heb je het haar ook direct verteld.

Maandagochtend wilde je trouwens ook naar school fietsen. Dat vond ik niet zo’n goed idee, maar je mocht van mij wel voor school nog even rond de speeltuin fietsen. Ik heb je nog nooit zo snel je brood zien eten en je schoenen aan zien trekken.

Dinsdagochtend wilde je ook graag op de fiets naar school, en dat mocht van mama. Dus je bent helemaal zelf naar school gefietst, en ‘s middags ook weer naar huis. Vooral de terugweg was wel heel ver. Je armen en je benen werden moe. Maar vanochtend wilde je weer! We hebben toch maar gezegd dat je nog niet teveel mocht fietsen. Morgen mag je weer.

Ik vind het echt geweldig dat jij het zo leuk vindt, Wes. Ik ben ontzettend trots op je dat je dit nu kan.

Ik hou van je,
Papa

PS Je vertelde me vanochtend dat je wel klaar was voor Sinterklaas. Je wilde graag cadeautjes krijgen…

Leave a Reply