Wijzen

Amsterdam, 25 februari 2020

Lieve Wes,

Wat gaat het goed met je! Vanochtend, toen je wakker werd, heeft mama je uit je bed gehaald en bij mij gelegd. En stralen dat je deed! Helemaal het zonnetje met een goed humeur. Je uitte het door lekker naar me te lachen, met me te kletsen en, helaas, door me in m’n gezicht te slaan. Je kan niet alles hebben, denk ik dan maar.

Maar daar wil ik het vandaag niet over hebben. Anderhalve maand geleden waren we samen bij het consultatiebureau. Daar werden wat vragen gesteld over je ontwikkeling. Eet je wel goed? Drink je koemelk? Kan je grote en kleine dingen oppakken? Kan je al draaien? Tijgeren? Kruipen? Staan? Lopen?

En sommige dingen kan je al. Sommige dingen komen vanzelf een keer. Wat ik me nu van die afspraak herinner, is dat me ook gevraagd werd of je ons al een beetje begreep. Bijvoorbeeld dat ik aan jou kon vragen “Waar is mama?” dat jij dan naar mama wees. Op dat moment deed je dat ook niet.

Nu ook nog niet echt, trouwens. Maar dat wijzen zit er goed in. Als we je optillen, dan wijs je naar alles wat je ziet. Je zegt er dan iets bij als “kijk” of “ijs”. Als ik je vraag waar mama is, of Isa, dan ga je ze wel zoeken. Je wijst dan alleen nog niet met je vinger, maar vooral met je blik.

Waar je wel graag naar wijst, zijn de schilderijen. We hebben er nu eentje tegenover de deur van je slaapkamer opgehangen. Je vindt het prachtig. Elke keer als we er langs lopen, wijs jij er met een glimlach naar. Elke keer is dat heel leuk om te zien.

Ik hou van je!
Papa

Leave a Reply