IJsselstein, 8 februari 2024
Lieve Wes,
Afgelopen zondag gingen we naar Leiden. Dit keer niet naar Bonpa en oma Elma. Nee, we gingen naar Jasmijn (en haar ouders, natuurlijk). We hadden samen het plan om gezellig spelletjes te spelen, en ‘s avonds spare ribs te eten. En zo geschiedde.
Rond een uur of half 4 waren we daar, en jullie, de kinderen, gingen gelijk aan de slag. Tekenen, met Jasmijns Paw Patrol auto’s spelen. Af en toe wat drinken en na veel aandringen ook een stukje komkommer gegeten.
Daarna hebben we wat bordspelletjes erbij gepakt. Er was een spel met olifantenpiraten, die van de plank van een piratenschip afliepen. We hebben ook een spel gespeeld met een dodo-ei wat van een berg afrolde, en wij moesten snel genoeg bruggen en boten in elkaar knutselen, zodat het ei niet kapot viel. Die spellen hebben we allebei een paar keer gespeeld.
En daarna gingen we eten. Lekker frietjes, en dus spare ribs. We hebben thuis een tijd geleden spare ribs gegeten; en die vonden jullie onverwachts (voor mij dan) lekker. De spare ribs bij Jasmijn thuis waren wel lekker, maar toch een beetje minder dan die we eerder hadden gegeten. Jij hebt daarom ook maar een paar stukjes vlees gegeten.
Na het eten was het al laat, en moesten we snel naar huis. Isa en jij wilden nog wel blijven spelen, maar het was al donker en bijna half 8, dus bedtijd. We hebben snel gedag en dankjewel gezegd, en zijn daarna in de auto gesprongen.
Jij was wel moe, en bent in de auto in slaap gevallen. Toen we de snelweg afgingen bij Woerden werd je wel wakker, maar bleef je een beetje soezelen.
Toen we door Benschop reden, nog een paar minuutjes van huis, begon je opeens te gillen. Daar schrokken we natuurlijk allemaal van. Ik vroeg wat er was, en je zei dat je moest spugen. Ik zette de auto snel stil, maar toen was het al te laat. Je had in de auto overgegeven.
Nou, het kwaad was al geschied, dus we zijn snel doorgereden naar huis. Ik heb jou nog even in bad gezet om schoon te worden en je tanden te poetsen. Toen je in bed lag, ben ik snel je kleren schoon gaan spoelen. En het autostoeltje. En de automat. En de bank in de auto. En de riem. Toen ik klaar was, lag jij al te slapen.
Sinds zondagavond voel je je ook niet zo lekker. Ik denk dat het weer pseudokroep is. Je hebt een blafhoest, en je ademhaling piepte de eerste twee dagen. Je voelt je nu wel beter. De auto stinkt helaas nog wel een beetje, dus daar gooi ik straks weer een sopje in. Maar dat jij je beter voelt, is belangrijker.
Ik hou van je!
Papa